HAG schaal 0
HAG staat voor Hugo en Alwin Gahler, twee broers die de basis legden voor de nog steeds bestaande Zwitserse modelspoorbaan. Hugo (1909) en Alwin (1911) groeiden op in St. Gallen, dicht bij het station St. Fiden, dat ten noordoosten van het hoofdstation van St. Gallen ligt. De verbinding tussen beide stations wordt verzorgd door de 1466 meter lange Rosenbergtunnel. De treinen die daar voorbijreden, eerst met stoomlocomotieven en later getrokken door Ae 3/6-sneltreinlocs, moeten bij de twee jongens de interesse voor treinen van alle soorten hebben gewekt. Hugo volgde een opleiding tot werktuigbouwkundig monteur, Alwin werd werktuigbouwkundig technicus. Ze vonden werk in verschillende bedrijven in en rond St. Gallen. Het idee voor een Zwitserse speelgoedtrein ontstond bij de broers waarschijnlijk in de jaren 30 van de vorige eeuw. Hoewel er al metalen banden waren besteld voor de productie van rails, verhinderde het uitbreken van de oorlog in 1939 het begin van de productie, omdat alle metalen gerantsoeneerd werden en alleen aan geautoriseerde afnemers geleverd werden. Op de speelgoedmarkt moest men terugvallen op de voorraad, want technisch speelgoed kwam vooral uit Duitsland en Engeland. Het aanbod werd steeds schaarser, en de schappen in de speelgoedwinkels waren er alleen nog om afgestoft te worden. Maar nood maakt vindingrijk. Daarom werden de eerste rails door de broers gemaakt van blik uit conservenblikken, die tegen betaling op machines in een mechanische werkplaats werden vervaardigd en verkocht aan de speelgoedwinkel Zollikofer (nu ZolliBolli) in St. Gallen.
Vlak voor het einde van de oorlog stond er plotseling een vrachtwagen voor de deur. met daarop de metalen banden
die in 1939 waren besteld en nu werden afgeleverd. Vervolgens

konden ze een ruimte huren in een timmerwerkplaats, waar ze van restmaterialen de eerste slijpmachine bouwden. Met een lening schaften ze enkele gebruikte werktuigmachines aan. Als zekerheid voor de lening van 2000 frank diende het ouderlijk huis. Alwin begon eerst voor zichzelf, en samen met zijn broer, die nog werknemer was, werden nog voor Kerstmis 1944 de eerste rails vervaardigd van de nu beschikbare metalen banden. De volledige productie werd opgekocht door Franz Carl Weber. Dankzij dit succes durfde nu ook Hugo de stap naar zelfstandigheid te zetten en werd het bedrijf HAG, Hugo und Alwin Gahler, in 1945 in het handelsregister ingeschreven.

Al een jaar voor de oprichting van het bedrijf, namelijk in 1944, ontwierpen de broers de eerste locomotief. Het was een robuuste constructie met een metalen chassis en twee aangedreven assen. Tegelijkertijd kwamen er enkele eenvoudige personen- en goederenwagons op de markt, die met relatief weinig moeite te produceren waren en die direct door de speelgoedhandel werden opgekocht.
De nationale radiozender Radio Beromünster was niet alleen voor de Zwitserse bevolking belangrijk, maar door de neutrale
De verslaggeving was ook in de bezette landen in Europa een belangrijke bron van informatie. Een even belangrijk medium was het Zwitsers Filmjournaal, dat praktisch in elke bioscoop als voorfilm voor de hoofdfilm werd vertoond. In een journaal kort na het einde van de oorlog in 1945 werd het bedrijf HAG geportretteerd, wat de treinen uit St. Gallen in het hele land bekend maakte. En dat nog wel zonder kosten. In datzelfde jaar verscheen ook het eerste pamflet.

De belangrijkste kopers waren ouders, ooms, tantes en peetouders die op zoek waren naar een verjaardags- of kerstcadeau voor technisch geïnteresseerde jongens. Het moest robuust zijn en meer dan alleen speelgoed, iets waarmee ook eenvoudige technische principes duidelijk werden. Daarnaast vond vooral het railmateriaal gretig aftrek bij modelspoorclubs. Tot in de herfst van 1946 werd er bijna op voorraad geproduceerd, om goed voorbereid te zijn op het kerstseizoen. Dit was zo succesvol dat de huisbank geen bezwaar maakte tegen de aankoop van een fabriekspand, waardoor in 1947 een geschikt gebouw in St. Gallen kon worden betrokken.
De aanvankelijke successen konden echter niet verhullen dat het jonge bedrijf ook met veel problemen te maken had, waardoor het opdrachten van andere bedrijven moest aannemen, zoals de productie van spaarpotten voor kinderen of stoomstrijkvormen. Bij een opdracht voor gereedschap voor een slijpapparaat voor scheermesjes verdween de opdrachtgever echter spoorloos voor de levering, wat HAG veel geld kostte. Verdere problemen ontstonden door vertragingen bij de ontwikkeling en productie van de Re 4/4, maar deze konden tegen 1948 worden opgelost, waardoor het succes terugkeerde. In de loop van de tijd ontwikkelden de HAG-producten zich steeds meer richting modelspoor, en dus weg van de speelgoedtreinen, wat een positief effect had op het assortiment en ook volwassenen aantrok. Locomotieven met één of twee motoren, de beroemde SBB-lichtstalen rijtuigen en enkele interessante goederenwagons brachten HAG op het pad van succes. De blikken rails werden vervangen door profielrails, en er kwam Naar voorbeelden getrouw gemaakte signalen en betrouwbare


transformatoren uit eigen productie waren ook beschikbaar. Het was echter onmiskenbaar dat buitenlandse concurrenten steeds meer afstand namen van spoor 0 en zich concentreerden op spoor H0. Hoewel de machines en gereedschappen nog niet waren afgeschreven, werd het spoor 0-assortiment ingekort en in 1957 volledig stopgezet, omdat HAG de aansluiting bij spoor H0 absoluut niet wilde missen. Desondanks leeft spoor 0 van HAG voort en wordt het door enthousiastelingen gekoesterd, wat gemakkelijk te zien is op de bijbehorende bijeenkomsten.

Swisscrocodile bedankt zich bij de heer Ben Eijt voor de mooie foto's van de twee HAG-goederenwagens.